Zachować in het nederlands
Vertaling: zachować, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
uitsparen, opfokken, conserveren, intekenen, aanvragen, bezuinigen, voortgaan, doorgaan, uitwinnen, behouden, onderhouden, ophouden, boeken, aanhouden, bestellen, redden, houden, blijven, bewaren, te houden
Verwante woorden
Vertalingen
- biżuteria in het nederlands - kleinood, edelgesteente, juweel, steen, edelsteen, juwelen, sieraden
- obmyć in het nederlands - uitwassen, witten, was, wassen, wassing, wash, afwassen
- osądzić in het nederlands - richter, ondergang, berechten, veroordelen, oordelen, rechter, doemen, ...
- penitent in het nederlands - boetvaardige, boeteling, boetvaardig, berouwvol, biechteling
Willekeurige woorden
Zachować in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: uitsparen, opfokken, conserveren, intekenen, aanvragen, bezuinigen, voortgaan, doorgaan, uitwinnen, behouden, onderhouden, ophouden, boeken, aanhouden, bestellen, redden, houden, blijven, bewaren, te houden
Vertalingen: uitsparen, opfokken, conserveren, intekenen, aanvragen, bezuinigen, voortgaan, doorgaan, uitwinnen, behouden, onderhouden, ophouden, boeken, aanhouden, bestellen, redden, houden, blijven, bewaren, te houden