Zaliczać in het nederlands

Vertaling: zaliczać, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
indelen, stand, classificeren, gelid, rij, reeks, beurt, rang, status, toerbeurt, graad, file, vallen, val, dalen, valt, daling
Zaliczać in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • biegły in het nederlands - aanhanger, handig, deskundige, vakkundig, deskundig, beoefenaar, stromend, ...
  • jeremiada in het nederlands - klaaglied, jeremiade, jammerklacht
  • podłoże in het nederlands - ondergrond, gronden, reden, verstand, beweegreden, bodem, bekken, ...
  • pogrzać in het nederlands - gloed, hitte, warmte, vuur
Willekeurige woorden
Zaliczać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: indelen, stand, classificeren, gelid, rij, reeks, beurt, rang, status, toerbeurt, graad, file, vallen, val, dalen, valt, daling