Zanieczyszczać in het nederlands
Vertaling: zanieczyszczać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
ontheiligen, profaneren, ontwijden, besmetten, verontreinigen, bezoedelen, vervuilen, vervuilt
Verwante woorden
Vertalingen
- deputacja in het nederlands - deputatie, afvaardiging, gezantschap
- hierarcha in het nederlands - opperpriester, hiërarch, hierarch, hiërarch is, aartsbisschop
- luka in het nederlands - schorsing, blank, leeg, onderbreking, leegte, gaping, bres, ...
- obmawianie in het nederlands - belasteren, roddelen, kwaadspreken, eerroof, laster, smaad, lasteren, ...
Willekeurige woorden
Zanieczyszczać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: ontheiligen, profaneren, ontwijden, besmetten, verontreinigen, bezoedelen, vervuilen, vervuilt
Vertalingen: ontheiligen, profaneren, ontwijden, besmetten, verontreinigen, bezoedelen, vervuilen, vervuilt