Zapalać in het nederlands

Vertaling: zapalać, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
schijn, brand, opwinding, schieten, vuur, licht, ontbranden, ontzetten, ijver, vuurzee, ontslaan, vuren, aanbranden, ontsteken, paffen, royeren, lichte, het licht, light, lampje
Zapalać in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • babunia in het nederlands - oma, grootmoeder, granny, de Granny, de Oma
  • czekoladka in het nederlands - chocolade, chocola, bonbon, chocolate, chocolademelk, chocolade-
  • inwestytura in het nederlands - investituur, inhuldiging, de investituur, investituurstrijd, de inhuldiging
  • miesiączkować in het nederlands - menstrueren, menstruatie, menstrueert, ongesteld, de menstruatie
Willekeurige woorden
Zapalać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: schijn, brand, opwinding, schieten, vuur, licht, ontbranden, ontzetten, ijver, vuurzee, ontslaan, vuren, aanbranden, ontsteken, paffen, royeren, lichte, het licht, light, lampje