Zaplątać in het nederlands
Vertaling: zaplątać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
warnet, warboel, verstrikken, verwikkeling, betrekken, verwarren, verwikkelen, verstrikt, verstrengelen
Verwante woorden
Vertalingen
- częściowo in het nederlands - deels, gedeeltelijk, ten dele, mede, deel
- góral in het nederlands - bergbeklimmer, hooglander, Mountaineer, alpinist, Bergbeklimmer het, de bergbeklimmer
- kominiarka in het nederlands - bivakmuts, balaclava, in Balaclava, van Balaclava
- miejscówka in het nederlands - zitplaats, bips, zitvlak, kont, bril, plaatsen, zetel, ...
Willekeurige woorden
Zaplątać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: warnet, warboel, verstrikken, verwikkeling, betrekken, verwarren, verwikkelen, verstrikt, verstrengelen
Vertalingen: warnet, warboel, verstrikken, verwikkeling, betrekken, verwarren, verwikkelen, verstrikt, verstrengelen