Zarzut in het nederlands
Vertaling: zarzut, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verwerpen, berispen, bezwaar, uitzondering, verwijt, berisping, aangifte, pleiten, laken, beschuldigen, aanrekenen, wraken, afkeuren, beschuldiging, aanklacht, schuld, pleidooi, middel, exceptie, middel van
Verwante woorden
Vertalingen
- dowolność in het nederlands - vrijheid, de vrijheid, vrije, vrij, vrij verrichten
- kombinator in het nederlands - Kombinator
- poświadczyć in het nederlands - verzekeren, betuigen, waarmerken, verklaren, certificeren, verklaart, te certificeren
- prezesować in het nederlands - presideren, voorzitten, voorzitterschap, presideert, te presideren
Willekeurige woorden
Zarzut in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: verwerpen, berispen, bezwaar, uitzondering, verwijt, berisping, aangifte, pleiten, laken, beschuldigen, aanrekenen, wraken, afkeuren, beschuldiging, aanklacht, schuld, pleidooi, middel, exceptie, middel van
Vertalingen: verwerpen, berispen, bezwaar, uitzondering, verwijt, berisping, aangifte, pleiten, laken, beschuldigen, aanrekenen, wraken, afkeuren, beschuldiging, aanklacht, schuld, pleidooi, middel, exceptie, middel van