Zasłużyć in het nederlands
Vertaling: zasłużyć, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
winnen, verdienste, verdienen, toekomen, behalen, te verdienen, verdien, verdient, earn
Verwante woorden
Vertalingen
- depozytor in het nederlands - inlegger, storter, bewaargever, deposant, deposanten
- dzielny in het nederlands - moedig, koen, trotseren, krachtig, eerlijk, sterk, fiks, ...
- nieścisłość in het nederlands - onnauwkeurigheid, onjuistheid, onnauwkeurigheden, onjuistheden, onjuist
- ogłoszeniodawca in het nederlands - adverteerder, De adverteerder, aanbieder, verkoper, adverteerders
Willekeurige woorden
Zasłużyć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: winnen, verdienste, verdienen, toekomen, behalen, te verdienen, verdien, verdient, earn
Vertalingen: winnen, verdienste, verdienen, toekomen, behalen, te verdienen, verdien, verdient, earn