Zawiązać in het nederlands
Vertaling: zawiązać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aandraaien, bepalen, vastmaken, lijn, stropdas, koorde, vaststellen, aanbinden, snoer, fixeren, bevestigen, snaar, stemband, vastleggen, das, touw, tie, gelijkspel, band
Verwante woorden
Vertalingen
- izotropowość in het nederlands - isotropie, isotroop, de isotropie, van isotropie
- kot in het nederlands - kat, cat, katten, de Kat, van de Kat
- obozowisko in het nederlands - kamperen, kamp, legeren, kampement, encampment, tentenkamp, legerplaats
- podlecieć in het nederlands - stijging, opstaan, opslag, beklimming, vliegen, omhoog vliegen, opvliegen, ...
Willekeurige woorden
Zawiązać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: aandraaien, bepalen, vastmaken, lijn, stropdas, koorde, vaststellen, aanbinden, snoer, fixeren, bevestigen, snaar, stemband, vastleggen, das, touw, tie, gelijkspel, band
Vertalingen: aandraaien, bepalen, vastmaken, lijn, stropdas, koorde, vaststellen, aanbinden, snoer, fixeren, bevestigen, snaar, stemband, vastleggen, das, touw, tie, gelijkspel, band