Zgryźć in het nederlands
Vertaling: zgryźć, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
beitsen, kauwen, happen, beet, bijten, knauwen, te kauwen, kauw, kauwt, op te kauwen
Verwante woorden
Vertalingen
- bazgrać in het nederlands - schram, scharrelen, krabben, krauwen, klauwen, vuil maken, splotch, ...
- kłonica in het nederlands - deurpost, post, staak, heipaal, stijl, paal, weddenschap, ...
- opłatek in het nederlands - wafeltje, hostie, ouwel, wafer, wafel
- parafraza in het nederlands - parafraseren, parafrase, te parafraseren, parafraseer
Willekeurige woorden
Zgryźć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: beitsen, kauwen, happen, beet, bijten, knauwen, te kauwen, kauw, kauwt, op te kauwen
Vertalingen: beitsen, kauwen, happen, beet, bijten, knauwen, te kauwen, kauw, kauwt, op te kauwen