Zjechać in het nederlands
Vertaling: zjechać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
uitkomen, afrit, afgaan, uitweg, vertrekken, uitgaan, uitgang, overlaten, laten, verlof, achterlaten
Verwante woorden
Vertalingen
- choinkowy in het nederlands - net, den, sparren, spar, vuren
- garbus in het nederlands - gebochelde, bultenaar, Klokkenluider, bochel, Hunchback
- garnuszek in het nederlands - kort, gering, klein, karig, beknopt, kop, beker, ...
- gumować in het nederlands - rubberize
Willekeurige woorden
Zjechać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: uitkomen, afrit, afgaan, uitweg, vertrekken, uitgaan, uitgang, overlaten, laten, verlof, achterlaten
Vertalingen: uitkomen, afrit, afgaan, uitweg, vertrekken, uitgaan, uitgang, overlaten, laten, verlof, achterlaten