Zrobić in het nederlands

Vertaling: zrobić, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
toelaten, overwegen, vergen, verstrekken, toegeven, ontvangst, opleveren, betrachten, opbrengen, vorderen, beslaan, aandragen, afwerpen, nagaan, bouwen, verkiezen, doen, do, te doen, doen zijn, doet
Zrobić in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • dokumentować in het nederlands - bedrijf, papier, bescheid, schriftuur, document, akte, stuk, ...
  • kontratak in het nederlands - toonbank, tegenaanval, counteraanval, counter over, uitgevoerde counter
  • podmyć in het nederlands - was, wassen, witten, uitwassen, ondermijnen, ondergraven, te ondermijnen, ...
  • powiat in het nederlands - gouw, ban, grondgebied, territorium, district, gebied, territoir, ...
Willekeurige woorden
Zrobić in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: toelaten, overwegen, vergen, verstrekken, toegeven, ontvangst, opleveren, betrachten, opbrengen, vorderen, beslaan, aandragen, afwerpen, nagaan, bouwen, verkiezen, doen, do, te doen, doen zijn, doet