Zrywać in het nederlands
Vertaling: zrywać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afbreken, scheiden, ontdoen, pauze, afplukken, intrede, afleiden, optie, verbreken, keuze, stropen, band, wegscheuren, afkluiven, collecteren, schenden, plukken, moed, tokkelen, durf
Verwante woorden
Vertalingen
- markizeta in het nederlands - markiezaat, Marquisette, Marquisette is
- nieprawomyślny in het nederlands - ontrouw, loyaal, ontrouwe, deloyaal, afvallige
- pokrewny in het nederlands - aanverwant, volksstam, gelijkend, gelijksoortig, sympathiek, soortgelijk, gelijk, ...
- poprawka in het nederlands - bestraffing, wijziging, verstellen, inrichting, verandering, lappen, afstelling, ...
Willekeurige woorden
Zrywać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: afbreken, scheiden, ontdoen, pauze, afplukken, intrede, afleiden, optie, verbreken, keuze, stropen, band, wegscheuren, afkluiven, collecteren, schenden, plukken, moed, tokkelen, durf
Vertalingen: afbreken, scheiden, ontdoen, pauze, afplukken, intrede, afleiden, optie, verbreken, keuze, stropen, band, wegscheuren, afkluiven, collecteren, schenden, plukken, moed, tokkelen, durf