Związać in het nederlands
Vertaling: związać, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
lap, binden, aansluiten, lor, inbinden, vastbinden, perk, flard, tod, grens, vodje, lomp, aaneenschakelen, samenbinden, verenigen, vod, stropdas, tie, gelijkspel, das, band
Verwante woorden
Vertalingen
- chrupać in het nederlands - kloof, barst, split, kier, munch, smakt, smak, ...
- chwytacz in het nederlands - steel, grijpen, aangrijpen, handkoffer, oor, pakken, valies, ...
- czołganie in het nederlands - kruipen, crawling, kruipende, crawlen, kruipt
- kolejarz in het nederlands - spoorman, railwayman, spoorwegpersoneel, van spoorwegpersoneel, spoormens
Willekeurige woorden
Związać in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: lap, binden, aansluiten, lor, inbinden, vastbinden, perk, flard, tod, grens, vodje, lomp, aaneenschakelen, samenbinden, verenigen, vod, stropdas, tie, gelijkspel, das, band
Vertalingen: lap, binden, aansluiten, lor, inbinden, vastbinden, perk, flard, tod, grens, vodje, lomp, aaneenschakelen, samenbinden, verenigen, vod, stropdas, tie, gelijkspel, das, band