Abusar in het nederlands

abundar in het nederlands - rijk zijn, overvloedig zijn, overvloed, in overvloed, overvloedig
abundância in het nederlands - uitbundigheid, weligheid, onbekrompenheid, overvloed, abundantie, rijkdom, menigte, ...
abusivo in het nederlands - beledigend, krenkend, grievend, grof, verkeerd, misbruik, onrechtmatige
abuso in het nederlands - beledigen, uitschelden, krenken, misbruiken, mishandelen, misbruik, gescheld, ...

Willekeurige woorden

aanklampen

aankleden

aangelegenheid in het engels

afbreuk in het engels

gewetensvol in het engels

spoor in het engels

vergadering in het engels

Abusar in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: uitschelden, misbruik, beledigen, affronteren, mishandelen, misbruiken, krenken, gescheld, vanwege misbruik, melden, mishandeling, geweld