Administrar in het nederlands

Vertaling: administrar, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
overvloed, besturen, overeenkomst, onderhoud, ronddelen, zorgen, klink, steel, bekommernis, rondleiden, achten, nagaan, rondgeven, beschouwen, kruk, geleiden, beheren, beheerder bent, beheerder bent van, beheerder, te beheren
Administrar in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • adjectivo in het nederlands - adjectief, bijvoeglijk naamwoord, bijvoeglijk, naamwoord
  • administrador in het nederlands - administrateur, beheerder, bewindvoerder, administrator, de beheerder
  • administrativo in het nederlands - bestuurlijk, administratief, bestuurs-, administratieve, bestuursrechtelijke
  • administração in het nederlands - zin, directie, advies, raad, administratie, aanraden, consigne, ...
Willekeurige woorden
Administrar in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: overvloed, besturen, overeenkomst, onderhoud, ronddelen, zorgen, klink, steel, bekommernis, rondleiden, achten, nagaan, rondgeven, beschouwen, kruk, geleiden, beheren, beheerder bent, beheerder bent van, beheerder, te beheren