Argumentar in het nederlands
Vertaling: argumentar, Woordenboek: portugees » nederlands
Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
disputeren, argumenteren, twisten, krakelen, redetwisten, betogen, beweren, aanvoeren, redeneren
Verwante woorden
Vertalingen
- arguir in het nederlands - betichten, pleiten, aangeven, verklikken, plezierig, krakelen, argumenteren, ...
- arguição in het nederlands - aangifte, telastlegging, aanklacht, beschuldiging, tenlastelegging, redenering, argumentatie, ...
- argumentação in het nederlands - aangifte, argument, betuiging, declaratie, uitspraak, debat, twist, ...
- arguto in het nederlands - spitsvondig, fijn, subtiel, sluw, schrander, gewiekst, sluwe, ...
Willekeurige woorden
Argumentar in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: disputeren, argumenteren, twisten, krakelen, redetwisten, betogen, beweren, aanvoeren, redeneren
Vertalingen: disputeren, argumenteren, twisten, krakelen, redetwisten, betogen, beweren, aanvoeren, redeneren