Ascender in het nederlands

Vertaling: ascender, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
opstaan, opkomen, opgaan, rijzen, opstijgen, bestijgen, opklimmen, opvaren, ascenderen
Ascender in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • as in het nederlands - hun, ze, de, het, van de
  • asa in het nederlands - vleugel, vlerk, wiek, aangeschoten, vleugels, wing, vleugel van
  • ascensor in het nederlands - opslaan, aansteker, elf, ophalen, aanmaken, oprichten, licht, ...
  • ascensão in het nederlands - aanwinst, opstaan, beklimming, stijging, opslag, buit, prooi, ...
Willekeurige woorden
Ascender in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: opstaan, opkomen, opgaan, rijzen, opstijgen, bestijgen, opklimmen, opvaren, ascenderen