Colher in het nederlands

Vertaling: colher, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
inhalen, afplukken, plug, aanhouding, plukken, priemen, raken, bobine, ontvangen, houweel, eetlepel, aanflitsen, verwekken, dame, vangst, krijgen, lepel, schep, spoon, lepelen, de lepel
Colher in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • colheita in het nederlands - ijl, gewas, vaart, spoed, haastigheid, haast, opbrengst, ...
  • colheitas in het nederlands - oogsten, gewas, opbrengst, oogst, gewassen, teelten
  • colina in het nederlands - aanaarden, heuvel, hem, hij, Hill, de Heuvel, berg, ...
  • colisão in het nederlands - aanrijding, knobbel, botsing, bochel, bult, aanvaring, collision, ...
Willekeurige woorden
Colher in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: inhalen, afplukken, plug, aanhouding, plukken, priemen, raken, bobine, ontvangen, houweel, eetlepel, aanflitsen, verwekken, dame, vangst, krijgen, lepel, schep, spoon, lepelen, de lepel