Conciso in het nederlands

Vertaling: conciso, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
kernachtig, summier, kort, bondig, beknopt, beknopte, bondige
Conciso in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • concha in het nederlands - beschieten, schaal, schelp, kinkhoorn, rugschild, schild, huisje, ...
  • conciliar in het nederlands - verzoenen, te verzoenen, combineren, elkaar te verzoenen, verenigen
  • concluir in het nederlands - deduceren, afleiden, afwikkelen, besluiten, abstraheren, concluderen, afhandelen, ...
  • conclusão in het nederlands - uitgifte, gebeurtenis, nakomeling, bevinding, beslissing, afloop, afkondiging, ...
Willekeurige woorden
Conciso in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: kernachtig, summier, kort, bondig, beknopt, beknopte, bondige