Construção in het nederlands
Vertaling: construção, Woordenboek: portugees » nederlands
Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bouwen, maken, perceel, metselen, begrip, aanleggen, constructie, construeren, gebouw, aanbouw, inrichting, bouw, bouwwerk, building, pand
Verwante woorden
Vertalingen
- construir in het nederlands - uitrichten, opleveren, metselen, doen, aanleggen, begrip, scheppen, ...
- construtor in het nederlands - bouwondernemer, aannemer, bouwer, builder, bouwer van, bouwmeester
- consulado in het nederlands - consulaat, het consulaat, Consulate, consulaten
- consultadoria in het nederlands - consult, consultatie, overleg, raadgevend, Consulting, advies, Advieskantoren, ...
Willekeurige woorden
Construção in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: bouwen, maken, perceel, metselen, begrip, aanleggen, constructie, construeren, gebouw, aanbouw, inrichting, bouw, bouwwerk, building, pand
Vertalingen: bouwen, maken, perceel, metselen, begrip, aanleggen, constructie, construeren, gebouw, aanbouw, inrichting, bouw, bouwwerk, building, pand