Construir in het nederlands

Vertaling: construir, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
uitrichten, opleveren, metselen, doen, aanleggen, begrip, scheppen, uitvoeren, construeren, bedrijven, opbrengen, inhalen, voortbrengen, treffen, afwerpen, creëren, opvoeren, helling omhoog, opvoeren van, opvoeren van de, het opvoeren van
Construir in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • constituir in het nederlands - vormen, uitmaken, vormt, opleveren, beschouwd
  • constranger in het nederlands - forceren, opdringen, aanduwen, geweldpleging, rukken, doordrukken, personeel, ...
  • construtor in het nederlands - bouwondernemer, aannemer, bouwer, builder, bouwer van, bouwmeester
  • construção in het nederlands - bouwen, maken, perceel, metselen, begrip, aanleggen, constructie, ...
Willekeurige woorden
Construir in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: uitrichten, opleveren, metselen, doen, aanleggen, begrip, scheppen, uitvoeren, construeren, bedrijven, opbrengen, inhalen, voortbrengen, treffen, afwerpen, creëren, opvoeren, helling omhoog, opvoeren van, opvoeren van de, het opvoeren van