Diminuir in het nederlands

Vertaling: diminuir, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vereenvoudigen, verminderen, reduceren, verkleinen, herleiden, verlagen, afzetten, bekoelen, maaien, inkrimpen, beslaan, zetten, snede, garneren, bedaren, luwen, afnemen, afname, vermindering
Diminuir in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • dimensão in het nederlands - uitgebreidheid, afmeting, verhouding, attribuut, afnemen, minderen, verminderen, ...
  • diminua in het nederlands - karig, minderen, gering, afnemen, les, bedaren, inkorten, ...
  • diminuição in het nederlands - verkleining, achteruitgang, afslaan, afdraaien, decreteren, reductie, dalen, ...
  • diminuto in het nederlands - propperig, klein, minuscuul, small, kleine, gering, weinig
Willekeurige woorden
Diminuir in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: vereenvoudigen, verminderen, reduceren, verkleinen, herleiden, verlagen, afzetten, bekoelen, maaien, inkrimpen, beslaan, zetten, snede, garneren, bedaren, luwen, afnemen, afname, vermindering