Encarregado in het nederlands

encarcerar in het nederlands - moes, jam, nor, gevangenis, kerker, marmelade, de gevangenis, ...
encarnar in het nederlands - vlees geworden, vleesgeworden, geïncarneerde, incarneren, geïncarneerd
encerar in het nederlands - schoencrème, was, trant, schoensmeer, manier, wijs, gewoonte, ...
encerrar in het nederlands - uitmaken, besluit, puur, helder, eind, uitraken, uitgaan, ...

Willekeurige woorden

explosief

export

hachelijk in het engels

leuze in het engels

vuist in het engels

zuivelfabriek in het engels

Encarregado in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: zoet, liefhebbend, teder, mals, teer, aanbod, zacht, tennis, liefelijk, aanbesteding, offerte, gunning, tender, inschrijving