Estação in het nederlands
Vertaling: estação, Woordenboek: portugees » nederlands
Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
pleisterplaats, kont, seizoen, bril, stopplaats, halte, plaatsen, zetel, baan, bips, adapteren, afzetten, station, monteren, opbreken, logeren, het seizoen, hoog, geëindigd seizoen, van het seizoen
Verwante woorden
Vertalingen
- estar in het nederlands - schepping, overblijven, universum, bestaan, kosmos, blijven, achterblijven, ...
- estarreça in het nederlands - territoir, grondgebied, district, ban, gouw, provincie, gewest, ...
- estações in het nederlands - monteren, plaats, statie, stationeren, seizoen, stationsgebouw, aanpassen, ...
- este in het nederlands - doorn, oosten, dat, dit, oriënt, die, oost, ...
Willekeurige woorden
Estação in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: pleisterplaats, kont, seizoen, bril, stopplaats, halte, plaatsen, zetel, baan, bips, adapteren, afzetten, station, monteren, opbreken, logeren, het seizoen, hoog, geëindigd seizoen, van het seizoen
Vertalingen: pleisterplaats, kont, seizoen, bril, stopplaats, halte, plaatsen, zetel, baan, bips, adapteren, afzetten, station, monteren, opbreken, logeren, het seizoen, hoog, geëindigd seizoen, van het seizoen