Façanha in het nederlands

Vertaling: façanha, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
speurwerk, uitmelken, toedoen, optreden, gedoe, verrichting, exploiteren, handeling, daad, verkenning, zet, actie, uitbuiten, activiteit, onderzoek, speurtocht, prestatie, verwezenlijking, bereiken, voltooiing, verwezenlijken
Façanha in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • fazer-se in het nederlands - worden, gebeuren, toegaan, raken, make-, make, maken-
  • faça in het nederlands - maken, bedrijven, behalen, make-up, laten, opbrengen, aanleggen, ...
  • faísca in het nederlands - mus, vonk, sprank, vonken, bougie, spark, vonkje
  • febre in het nederlands - koorts, weinig, fever, de koorts
Willekeurige woorden
Façanha in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: speurwerk, uitmelken, toedoen, optreden, gedoe, verrichting, exploiteren, handeling, daad, verkenning, zet, actie, uitbuiten, activiteit, onderzoek, speurtocht, prestatie, verwezenlijking, bereiken, voltooiing, verwezenlijken