Falta in het nederlands

Vertaling: falta, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
tekort, ontbreken, tekortkoming, afkorten, lust, meid, delegatie, ontberen, zin, meisje, lakken, nood, verstek, dwaling, vergissing, gebrek, gemis, gebrek aan
Falta in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • falsificar in het nederlands - navolging, nabootsing, vals, namaak, vervalsing, vervalsen, te vervalsen, ...
  • falso in het nederlands - dubbelhartig, onjuist, vervalsen, onecht, vals, verkeerd, onwaar, ...
  • faltar in het nederlands - opdracht, nood, tekort, ontberen, lakken, lak, euvel, ...
  • falência in het nederlands - bankroet, krach, failliet, faillissement, het faillissement, een faillissement
Willekeurige woorden
Falta in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: tekort, ontbreken, tekortkoming, afkorten, lust, meid, delegatie, ontberen, zin, meisje, lakken, nood, verstek, dwaling, vergissing, gebrek, gemis, gebrek aan