Fiel in het nederlands

Vertaling: fiel, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
getrouw, val, vallen, trouwhartig, schemerdonker, schemer, najaar, loyaal, neervallen, schemering, storten, herfst, verschieten, uitvallen, afvallen, afdaling, trouw, gelovige, gelovig, trouwe
Fiel in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • ficar in het nederlands - resterende, verkeren, toegaan, bestaan, oponthoud, rommel, staartje, ...
  • ficha in het nederlands - kaartje, biljet, bon, plaatsbewijs, plaatskaartje, record, opnemen, ...
  • figa in het nederlands - amulet, vijg, fig, afb, Figuur, afbeelding
  • figo in het nederlands - afbeelding, vijg, fig, afb, Figuur
Willekeurige woorden
Fiel in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: getrouw, val, vallen, trouwhartig, schemerdonker, schemer, najaar, loyaal, neervallen, schemering, storten, herfst, verschieten, uitvallen, afvallen, afdaling, trouw, gelovige, gelovig, trouwe