Infectar in het nederlands

Vertaling: infectar, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verpesten, besmetten, infecteren, aansteken, te infecteren, besmet, te besmetten
Infectar in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • infante in het nederlands - voetvolk, zuigeling, infanterie, baby, kind, kleine kinderen, voor kleine kinderen
  • infantil in het nederlands - zuigeling, kind, baby, kleine kinderen, voor kleine kinderen
  • infecção in het nederlands - besmetting, infectie, besluiten, ontsteking, afleiden, concluderen, infecties, ...
  • infeliz in het nederlands - ongelukkige, ongelukkig, ongelukkigerwijs, helaas, jammer, onfortuinlijke, betreurenswaardig
Willekeurige woorden
Infectar in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: verpesten, besmetten, infecteren, aansteken, te infecteren, besmet, te besmetten