Instrutor in het nederlands
Vertaling: instrutor, Woordenboek: portugees » nederlands
Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
leerkracht, instructeur, onderwijzer, leraar, schoolmeester, middel, docent, instructor
Verwante woorden
Vertalingen
- instruir in het nederlands - instrueren, instruct
- instrumento in het nederlands - hulpmiddelen, middel, gereedschap, inrichting, werktuig, isoleren, apparaat, ...
- instrução in het nederlands - onderwijs, onderwijzer, opvoeding, opleiding, raad, pedagogie, adviseren, ...
- insultar in het nederlands - uitschelden, beledigen, krenken, mishandelen, assurantie, gescheld, misbruiken, ...
Willekeurige woorden
Instrutor in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: leerkracht, instructeur, onderwijzer, leraar, schoolmeester, middel, docent, instructor
Vertalingen: leerkracht, instructeur, onderwijzer, leraar, schoolmeester, middel, docent, instructor