Laranja in het nederlands

Vertaling: laranja, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
sinaasappel, oranje, orange
Laranja in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • lapso in het nederlands - aangeven, doorbrengen, aanreiken, overgaan, langsgaan, passeren, terugvallen, ...
  • lar in het nederlands - domicilie, woning, logies, onderkomen, kwartier, woonplaats, huis, ...
  • laranjeira in het nederlands - baan, gebied, sfeer, kloot, scope, omgeving, oogkas, ...
  • lareira in het nederlands - haardstede, haard, schouw, schoorsteen, stookplaats, vuurhaard, open haard, ...
Willekeurige woorden
Laranja in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: sinaasappel, oranje, orange