Numa in het nederlands
Vertaling: numa, Woordenboek: portugees » nederlands
Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
wissewasje, bagatel, futiliteit, kleinigheid, beuzelarij, in, bij, op, in de, in het
Verwante woorden
Vertalingen
- nu in het nederlands - bloot, naam, naamwoord, onopgesmukt, heten, nul, niks, ...
- nuclear in het nederlands - atomair, nucleair, nucleaire, de nucleaire, kernenergie, kern
- numerar in het nederlands - aantal, ziekenzuster, nummer, getal, cijfer, item, ziekenverpleegster, ...
- nunca in het nederlands - nimmer, niettemin, maar, nooit, desondanks, echter, toch, ...
Willekeurige woorden
Numa in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: wissewasje, bagatel, futiliteit, kleinigheid, beuzelarij, in, bij, op, in de, in het
Vertalingen: wissewasje, bagatel, futiliteit, kleinigheid, beuzelarij, in, bij, op, in de, in het