Passagem in het nederlands
Vertaling: passagem, Woordenboek: portugees » nederlands
Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aanreiken, rijstrook, overloop, samenkomen, innen, omkomen, bon, plukken, inzittende, rapen, kaartje, aangeven, baan, abstraheren, afleiden, biljet, passage, doorgang, overgang, gang, verstrijken
Verwante woorden
Vertalingen
- passado in het nederlands - eenmaal, om, vorig, verleden, eens, voorgaand, wanneer, ...
- passageiro in het nederlands - tijdelijk, aanhangsel, passagier, bijlage, voorlopig, inzittende, ruiter, ...
- passaporte in het nederlands - om, verleden, vorig, tot, voor, voorbij, aan, ...
- passar in het nederlands - omkomen, passeren, aanreiken, overtroeven, aangeven, doorgeven, inhalen, ...
Willekeurige woorden
Passagem in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: aanreiken, rijstrook, overloop, samenkomen, innen, omkomen, bon, plukken, inzittende, rapen, kaartje, aangeven, baan, abstraheren, afleiden, biljet, passage, doorgang, overgang, gang, verstrijken
Vertalingen: aanreiken, rijstrook, overloop, samenkomen, innen, omkomen, bon, plukken, inzittende, rapen, kaartje, aangeven, baan, abstraheren, afleiden, biljet, passage, doorgang, overgang, gang, verstrijken