Receita in het nederlands

receber in het nederlands - overwegen, behalen, bezetten, genieten, verwekken, hebben, behoeven, ...
receio in het nederlands - beduchtheid, banket, vrees, feest, feestmaal, gelag, festijn, ...
receitar in het nederlands - voorschrijven, voorschrift, recept, schrijven, te schrijven, schrijven voor, voorgeschreven
recente in het nederlands - onbeschaamd, onlangs, vers, luchtig, groen, recent, brutaal, ...

Willekeurige woorden

bedotten

betoging

almanak in het engels

apache in het engels

binnenlaten in het engels

bul in het engels

tegenspartelen in het engels

Receita in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: schoon, puur, recept, dik, inkomsten, helder, voorschrift, formule, louter, ontvanger, onvermengd, ontvangsten, omzet, opbrengsten, de ontvangsten