Tiro in het nederlands - Vertaling / Woordenboek portugees

tirar in het nederlands - tokkelen, uitmaken, vereisen, afschaffen, aannemen, bezorgen, bedenken, ...
tiritar in het nederlands - trillen, bibberen, huiveren, rillen, beven, rilling, huivering
tirocínio in het nederlands - sjabloon, toonbeeld, voorbeeld, model, knippatroon, patroon, praktijk, ...
toada in het nederlands - ras, notitie, streep, werk, luchten, uittekenen, schakering, ...

Willekeurige woorden

mopperaar

poes

obligatie in het engels

Tiro in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: schieten, winkel, werkplaats, atelier, zaak, vuren, scheut, paffen, shot, schot, opname, geschoten, ontsproten