Trem in het nederlands - Vertaling / Woordenboek portugees

treinar in het nederlands - karaktertrek, opvoeden, uitoefenen, aanwenden, gevolg, trainen, autobus, ...
trela in het nederlands - vont, stadium, bekken, schaal, stadie, etappe, kom, ...
trema in het nederlands - bibberen, beven, huiveren, rillen, umlaut, umlautsteken, de umlaut, ...
tremer in het nederlands - beven, huiveren, trillen, loopgraaf, rillen, bibberen, schudden, ...

Willekeurige woorden

erbarmen

populier

kroniek in het engels

zaadkiem in het engels

Trem in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: spoortrein, gevolg, trainen, tros, opleiden, karaktertrek, trek, gelaatstrek, kampeerwagen, coachen, trein, de trein, train, treinstation, treinen