Vestir in het nederlands

Vertaling: vestir, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
tenue, trek aan, zetten, gelegd op, gezet op, leggen op
Vestir in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • vestido in het nederlands - tenue, aangrijpen, bemachtigen, japon, toga, grijpen, jurk, ...
  • vestimenta in het nederlands - kunnen, kleding, badhuis, bekken, secreet, badplaats, privaat, ...
  • vestuário in het nederlands - kledingstuk, brengen, kleren, voorhebben, ophebben, dragen, voeren, ...
  • vesícula in het nederlands - blaasje, blaar, vesikel, vesicle, vesicles, blaasjes
Willekeurige woorden
Vestir in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: tenue, trek aan, zetten, gelegd op, gezet op, leggen op