Vizinhança in het nederlands

Vertaling: vizinhança, Woordenboek: portugees » nederlands

Brontaal:
portugees
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
nabuur, dupe, offer, slachtoffer, buurt, buur, nabijheid, getroffene, buurman, evenmin, noch, nabuurschap, omgeving, wijk
Vizinhança in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • viver in het nederlands - snedig, hachje, bestaan, verkeren, druk, leven, standhouden, ...
  • vivo in het nederlands - warm, gauw, kortaangebonden, leven, huizen, tierig, kwiek, ...
  • vizinho in het nederlands - buur, buurman, nabijheid, nabuur, buurvrouw, naaste, buren
  • viúva in het nederlands - weduwnaar, weduwe, Widow, de weduwe, weduwe van, Gezin Weduwe
Willekeurige woorden
Vizinhança in het nederlands - Woordenboek: portugees » nederlands
Vertalingen: nabuur, dupe, offer, slachtoffer, buurt, buur, nabijheid, getroffene, buurman, evenmin, noch, nabuurschap, omgeving, wijk