Mâner in het nederlands

Vertaling: mâner, Woordenboek: roemeens » nederlands

Brontaal:
roemeens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vasthouden, opschorting, boeken, toedienen, waardering, behouden, aangrijpen, arrest, koffer, klink, oor, houden, toegeven, bewaren, bemachtigen, mennen, handvat, behandelen, handgreep, hanteren, omgaan
Mâner in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • mândrie in het nederlands - trots, hoogmoed, trots van, trots te, de trots
  • mândru in het nederlands - verheven, prat, trots, hoog, fier, trotse, trots op, ...
  • mângâia in het nederlands - aanhalen, aaien, liefkozen, aai, strelen, comfort, troost, ...
  • mânz in het nederlands - veulen, foal, veulen van, veulentje, drachtig
Willekeurige woorden
Mâner in het nederlands - Woordenboek: roemeens » nederlands
Vertalingen: vasthouden, opschorting, boeken, toedienen, waardering, behouden, aangrijpen, arrest, koffer, klink, oor, houden, toegeven, bewaren, bemachtigen, mennen, handvat, behandelen, handgreep, hanteren, omgaan