Tren in het nederlands - Vertaling / Woordenboek roemeens

tremur in het nederlands - huiveren, trillen, rillen, beven, schokken, bibberen, tremor, ...
tremura in het nederlands - huiveren, rillen, bibberen, beven, sidderen, trillen, beeft, ...
treptat in het nederlands - langzamerhand, geleidelijk, geleidelijk aan, langzaam, geleidelijke
trestie in het nederlands - riet, rieten, Reed, van Reed, rietstok

Willekeurige woorden

hetwelk

hetzij

balloteren in het engels

zenuw in het engels

Tren in het nederlands - Woordenboek: roemeens » nederlands
Vertalingen: kampeerwagen, spoortrein, tros, trainen, opleiden, gevolg, coachen, trein, de trein, train, treinstation, treinen