Вправлять in het nederlands
Vertaling: вправлять, Woordenboek: russisch » nederlands
Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verkleinen, zetten, inkrimpen, vereenvoudigen, herleiden, verlagen, verminderen, reduceren, te verminderen
Verwante woorden
Vertalingen
- вправить in het nederlands - set, groep, hulpmiddelen, troep, neerleggen, hoop, stel, ...
- вправление in het nederlands - verkleining, reductie, korting, verlaging, vermindering, vermindering van
- впредь in het nederlands - nader, bevorderen, verder, vanaf nu, voortaan, van nu af aan, van nu af, ...
- впритирку in het nederlands - strak, goed, stevig, nauw, dicht
Willekeurige woorden
Вправлять in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: verkleinen, zetten, inkrimpen, vereenvoudigen, herleiden, verlagen, verminderen, reduceren, te verminderen
Vertalingen: verkleinen, zetten, inkrimpen, vereenvoudigen, herleiden, verlagen, verminderen, reduceren, te verminderen