Дача in het nederlands

Vertaling: дача, Woordenboek: russisch » nederlands

Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
eten, hut, bikken, nuttigen, voeding, vreten, voer, huisje, gebruiken, datsja, dacha
Дача in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • даться in het nederlands - vergunnen, toestaan, gedogen, toelaten, veroorloven, laten, te, ...
  • даун in het nederlands - nesthaar, neerslachtig, waas, laag, dons, neer, omlaag, ...
  • дачник in het nederlands - arbeider, Cottager, van Cottager, hutbewoner, eenvoudige landman
  • двадцатилетний in het nederlands - twintig, twintigtal, en twintig
Willekeurige woorden
Дача in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: eten, hut, bikken, nuttigen, voeding, vreten, voer, huisje, gebruiken, datsja, dacha