Запивать in het nederlands
Vertaling: запивать, Woordenboek: russisch » nederlands
Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gebruiken, vereisen, uitlezen, ontvangen, alcohol, wegdoen, uitzoeken, opheffen, uittrekken, bekleden, bezorgen, eisen, overwegen, erkennen, achten, pimpelen, afspoelen, spoelen, te spoelen, wegspoelen, wassen alles neer
Verwante woorden
Vertalingen
- запечатлеться in het nederlands - leven, verkeren, zijn, bestaan, bedrukt, opdruk, ingeprent, ...
- запечатывать in het nederlands - muts, rob, bezegelen, kapje, baret, verzegelen, pet, ...
- запил in het nederlands - jaap, gash, snee, kerf, wond
- запинаться in het nederlands - aarzeling, schoorvoeten, hakkelen, stotteren, aarzelen, stamelen, wankelen, ...
Willekeurige woorden
Запивать in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: gebruiken, vereisen, uitlezen, ontvangen, alcohol, wegdoen, uitzoeken, opheffen, uittrekken, bekleden, bezorgen, eisen, overwegen, erkennen, achten, pimpelen, afspoelen, spoelen, te spoelen, wegspoelen, wassen alles neer
Vertalingen: gebruiken, vereisen, uitlezen, ontvangen, alcohol, wegdoen, uitzoeken, opheffen, uittrekken, bekleden, bezorgen, eisen, overwegen, erkennen, achten, pimpelen, afspoelen, spoelen, te spoelen, wegspoelen, wassen alles neer