Затворять in het nederlands

затворнический in het nederlands - enig, kluizenaar, enkel, alleen, louter, verlaten, eenzaam, ...
затворничество in het nederlands - eenzaamheid, afzondering, opsluiting
затворяться in het nederlands - zijn, verkeren, naast, dichtdoen, bestaan, gesloten, dichtbij, ...
затевать in het nederlands - nadenken, aanbinden, beginnen, zinnen, activeren, ontstaan, overdenken, ...

Willekeurige woorden

afschaduwing

verterend

helleveeg in het engels

knuffelen in het engels

persen in het engels

sleuf in het engels

wetens in het engels

Затворять in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: gesloten, naast, nabij, besluiten, sluiten, dichtmaken, dichtdoen, toedoen, dichtbij, toe, dicht, afsluiten, sluit