Звонить in het nederlands

Vertaling: звонить, Woordenboek: russisch » nederlands

Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
schreeuw, troep, benoemen, ring, beugel, roep, wal, kreet, opbellen, heten, tol, schare, noemen, roepen, telefoontje, telefoongesprek, oproepen
Звонить in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • звон in het nederlands - kletteren, roepen, kleppen, opbellen, afranselen, rinkelen, nor, ...
  • звонарь in het nederlands - beltoon, belsignaal, het belsignaal, de Bel van, van de Bel
  • звониться in het nederlands - ring, beugel, wal, troep, opbellen, roepen, schare, ...
  • звонкий in het nederlands - uitgesproken, stemhebbend, duidelijk, klaar, drukkend, klankrijk, bedenkelijk, ...
Willekeurige woorden
Звонить in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: schreeuw, troep, benoemen, ring, beugel, roep, wal, kreet, opbellen, heten, tol, schare, noemen, roepen, telefoontje, telefoongesprek, oproepen