Измерить in het nederlands

Vertaling: измерить, Woordenboek: russisch » nederlands

Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
meten, roeien, afmeten, afmeting, uitmeten, grootte, mate, opmeten, criterium, maat, normaal, maatregel, norm, opnemen, maatstaf, te meten, meet, meten van
Измерить in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • измеритель in het nederlands - indicator, maatregel, roeien, meten, meter, opnemen, grootte, ...
  • измерительный in het nederlands - meet-, meten, metende, meting, meet
  • измерять in het nederlands - maatregel, meten, maat, uitmeten, norm, opmeten, grootte, ...
  • измождение in het nederlands - uitputting, afzuiging, uitgeput, de uitputting, vermoeidheid
Willekeurige woorden
Измерить in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: meten, roeien, afmeten, afmeting, uitmeten, grootte, mate, opmeten, criterium, maat, normaal, maatregel, norm, opnemen, maatstaf, te meten, meet, meten van