Исчислять in het nederlands

Vertaling: исчислять, Woordenboek: russisch » nederlands

Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
graad, beoordelen, zetten, stellen, tellen, waarderen, vermoeden, begroting, neerleggen, proportie, veronderstellen, uitrekenen, rekenen, taxeren, begroten, schatten, berekenen, te berekenen, berekening van, berekenen van
Исчислять in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • исчислить in het nederlands - tellen, berekenen, calculeren, uitrekenen, rekenen, te berekenen, berekening van, ...
  • исчисляемый in het nederlands - telbaar, telbare, aftelbare, aftelbaar, Zelfstandig
  • исчисляться in het nederlands - tal, totaalbedrag, bestaan, totaal, afstammen, hoeveelheid, aantal, ...
  • италийский in het nederlands - cursief, italic, cursieve, schuin, schuine
Willekeurige woorden
Исчислять in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: graad, beoordelen, zetten, stellen, tellen, waarderen, vermoeden, begroting, neerleggen, proportie, veronderstellen, uitrekenen, rekenen, taxeren, begroten, schatten, berekenen, te berekenen, berekening van, berekenen van