Мастерить in het nederlands

Vertaling: мастерить, Woordenboek: russisch » nederlands

Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
laten, uitbrengen, bedrijven, aanmaken, arbeid, opleveren, emplooi, afwerpen, bouwen, voortbrengen, maken, uitrichten, uitvoeren, werkplek, behalen, metselen, knutselen, sleutelen, oplappen, gesleutel, geknutsel
Мастерить in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • мастер in het nederlands - oorspronkelijk, origineel, titelhouder, ambachtsman, grootmeester, paard, apart, ...
  • мастер-наладчик in het nederlands - fixeerbad, fixer, fixeer, fixeerstof, fixeermiddel
  • мастерица in het nederlands - minnares, bazin, Meesteres, maitresse, maîtresse
  • мастеровой in het nederlands - aanreiken, hand, mecanicien, werktuigkundige, schrift, arbeider, overhandigen, ...
Willekeurige woorden
Мастерить in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: laten, uitbrengen, bedrijven, aanmaken, arbeid, opleveren, emplooi, afwerpen, bouwen, voortbrengen, maken, uitrichten, uitvoeren, werkplek, behalen, metselen, knutselen, sleutelen, oplappen, gesleutel, geknutsel