Назначать in het nederlands

Vertaling: назначать, Woordenboek: russisch » nederlands

Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
apparaat, afwerpen, bende, reparatie, uitrichten, uitvoeren, aanhechten, hoop, afdoen, aanleggen, loten, benoemen, aanklacht, groep, betekenen, stel, aanstellen, te benoemen, benoemt, wijzen
Назначать in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • назидательный in het nederlands - veelbetekenend, gewichtig, betekenisvol, stichtelijk, stichtelijke, opbouwend, opbouwing, ...
  • назло in het nederlands - ondanks, in weerwil, niettegenstaande, hoewel
  • назначение in het nederlands - taak, gunnen, honk, toekennen, doelwit, benoeming, wit, ...
  • назначенный in het nederlands - ampel, leggen, hulpmiddelen, school, kudde, bende, zwerm, ...
Willekeurige woorden
Назначать in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: apparaat, afwerpen, bende, reparatie, uitrichten, uitvoeren, aanhechten, hoop, afdoen, aanleggen, loten, benoemen, aanklacht, groep, betekenen, stel, aanstellen, te benoemen, benoemt, wijzen