Нападать in het nederlands

Vertaling: нападать, Woordenboek: russisch » nederlands

Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
lijden, aanval, uitstaan, slaan, kloppen, helling, aanvallen, botsen, raken, voortbrengen, dulden, dragen, bestorming, offensief, teer, aangrijpen, aanslag, attack, aanval over
Нападать in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • наобум in het nederlands - toevallig, toeval, lukraak, willekeurige, Willekeurig
  • наотрез in het nederlands - botweg, vlak, ronduit, vierkant, plat
  • нападающий in het nederlands - aanvaller, vooruit, voorwaarts, naar voren, voren, voorwaartse
  • нападение in het nederlands - vlaag, agressie, laden, aanval, telastlegging, aangrijpen, vijandigheid, ...
Willekeurige woorden
Нападать in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: lijden, aanval, uitstaan, slaan, kloppen, helling, aanvallen, botsen, raken, voortbrengen, dulden, dragen, bestorming, offensief, teer, aangrijpen, aanslag, attack, aanval over