Напасть in het nederlands

Vertaling: напасть, Woordenboek: russisch » nederlands

Brontaal:
russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
tragedie, vangen, aantasten, inbeslagneming, ongeluk, aanval, vatten, vastpakken, innemen, beetnemen, ramp, pakken, stormloop, aanvallen, onheil, rampen, aanslag, attack, aanval over
Напасть in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • напарник in het nederlands - echtgenote, paren, eega, stuurman, mate, partner, maat, ...
  • напасти in het nederlands - aantasten, bestorming, stormloop, aanvallen, aanranden, charge, tackelen, ...
  • напачкать in het nederlands - land, voedingsbodem, bodem, aarde, aardrijk, grond, fond, ...
  • напаять in het nederlands - soldeersel, soldeer, gesoldeerd, gesoldeerde, vastgesoldeerd, solderen, gelast
Willekeurige woorden
Напасть in het nederlands - Woordenboek: russisch » nederlands
Vertalingen: tragedie, vangen, aantasten, inbeslagneming, ongeluk, aanval, vatten, vastpakken, innemen, beetnemen, ramp, pakken, stormloop, aanvallen, onheil, rampen, aanslag, attack, aanval over